Functionarissen van het Tennessee Department of Children's Services zeggen dat de plaatselijke politie, de FBI en andere federale autoriteiten zijn gewaarschuwd nadat een niet-begeleid migrantenkind deze maand had gemeld te zijn misbruikt in een opvangcentrum in Chattanooga.
Het nieuws over de vermeende kindermishandeling werd bekend tijdens een hoorzitting van een wetgevend comité woensdag. De vergadering draaide om een discussie over niet-begeleide minderjarigen die door de federale overheid naar Tennessee worden gebracht, een praktijk die al jaren bestaat maar pas de laatste weken aan een kritisch onderzoek werd onderworpen.
Tijdens een routine, onaangekondigde inspectie van het opvangcentrum door DCS, "onthulde een jongen dat hij getuige was geweest van een handeling die volgens ons beleid een onderzoek naar die handeling zou rechtvaardigen en vereisen", zei Jennifer Nichols, commissaris van het departement.
Het opvangcentrum wordt beheerd door de Baptiste Group, die een federaal contract heeft met het Office of Refugee Resettlement, onderdeel van het Amerikaanse ministerie van Volksgezondheid en Human Services, om migrantenjongeren tijdelijk onder te brengen in afwachting van een koppeling met sponsors.
Ten tijde van de inspectie, die twee weken geleden plaatsvond, verbleven volgens Nichols 62 kinderen tussen 12 en 17 jaar in het opvangcentrum. De overgrote meerderheid van de kinderen die daar zijn ondergebracht zijn jongens, volgens ambtenaren.
Mark Anderson, DCS directeur van vergunningen, bezocht de faciliteit samen met een andere medewerker en een tolk. De staatsmedewerkers selecteerden willekeurig zes kinderen voor een gesprek als onderdeel van hun inspectie van de opvang, die via DCS een vergunning heeft voor een kindertehuis.
Ambtenaren zijn niet nader ingegaan op de aard van de beschuldiging van misbruik, maar Anderson merkte op dat de vergunningsregels voor een dergelijke opvang vereisen dat het personeel wordt opgeleid in preventie en rapportage van seksueel misbruik.
Bij het verlaten van de instelling belde Anderson onmiddellijk de DCS hotline voor kindermisbruik. Nichols zei dat de plaatselijke politie en aanklagers werden ingelicht en de volgende dag een onderzoek startten.
De FBI, U.S. Department of Homeland Security en de inspecteur-generaal van het Office of Refugee Resettlement zijn ook op de hoogte gebracht en "werken samen met de lokale politie en onze afdeling", aldus Nichols.
DCS zegt dat het vermeende misbruik plaatsvond in de opvang, niet voor de aankomst van het kind.
Een punt van verwarring onder de wetgevers leek te zijn wanneer en waar het vermeende misbruik plaatsvond.
Rep. John Ragan, R-Oak Ridge, die na afloop zei dat hij vóór de hoorzitting van woensdag via geheime bronnen over de beschuldiging had gehoord, geloofde dat het misbruik had plaatsgevonden vóór de aankomst van het kind in de faciliteit in Chattanooga.
Ragan zei dat de informatie van Nichols en Anderson op woensdag "de eerste officiële bevestiging" was die hij ontving over het vermeende misbruik.
Gevraagd om te verduidelijken of het vermeende misbruik plaatsvond in de opvang in Chattanooga of elders voor de aankomst van het kind, zei DCS stafchef Jennifer Donnals woensdag in een verklaring dat, hoewel het onderzoek nog loopt, "de beschuldiging blijkbaar plaatsvond in de opvang".
Rep. Scott Cepicky, R-Culleoka, zei ook dat hij de indruk had dat het vermeende misbruik plaatsvond voordat het kind arriveerde. Meerdere wetgevers die betrokken waren bij de gezamenlijke commissie voor regeringszaken - die zowel leden van het Huis als van de Senaat omvatte - suggereerden dat de kinderen het slachtoffer waren van mensenhandel.
"We faciliteren internationale sekshandel, zou kunnen, maar zeker kinderhandel," zei Sen. Janice Bowling, R-Tullahoma, die de vergadering voorzat. Ze hebben geen bewijs aangevoerd dat de kinderen die in Chattanooga aankomen verhandeld zijn.
Huislid zet DCS onder druk over het bestaan van andere misbruikmeldingen
Cepicky vroeg aan DCS ambtenaren waarom niet alle kinderen in de opvang werden ondervraagd nadat één kind misbruik had gemeld.
Anderson zei dat DCS bezig was met het afnemen van extra interviews sinds de melding, maar dat ze dachten dat het om een "geïsoleerd incident" ging.
In de faciliteit hangen posters in het Engels en Spaans met het telefoonnummer van een hotline voor kindermishandeling, en een van de telefoons in de opvang is uitsluitend bestemd voor die hotline, legde Anderson ook uit.
"Dus van alle dingen die je net hebt opgesomd in deze voorziening om dit misbruik te melden, is het nooit gebeurd totdat je de tijd nam om met deze persoon te gaan zitten en hem vragen te stellen en het aan je bekend werd gemaakt," zei Cepicky.
"Hoe weten we dat er niet 40 of 50 kinderen zijn die misbruikt zijn? Hoe weten we dat, want de posters aan de muur, de telefoons, al deze dingen werken niet omdat u er voor moest gaan zitten, en ik ben blij dat u dat heeft gedaan, maar u heeft slechts zes van de 62 ondervraagd."
Nichols zei dat er dinsdag 41 kinderen verbleven in de faciliteit, die een vergunning heeft voor maximaal 100 kinderen.
Een selecte groep wetgevers uit beide kamers komt vrijdag terug voor een vergadering om soortgelijke kwesties te bespreken. De "Gemengde Studiecommissie voor Vluchtelingenvraagstukken" werd onlangs opgericht door de sprekers van het Huis en de Senaat om te discussiëren en informatie te vinden over meldingen van niet-begeleide minderjarigen die in de staat aankomen.
De opvang in Chattanooga stond niet op de agenda van de hoorzitting van woensdag, toen DCS zou spreken over het Interstate Compact on the Placement of Children. Het ICPC schetst een reeks stappen die moeten plaatsvinden om een kind legaal van de ene staat naar de andere te vervoeren voor pleegzorg of adoptie.
