Een federale jury heeft een 33-jarige man uit Indiana, Lorenzo Johnson genaamd, veroordeeld voor het gebruik van Facebook om mensen te chanteren hem expliciete seksuele afbeeldingen van kinderen te sturen.
Johnson, een geregistreerde zedendelinquent, gebruikte een valse Facebook-account om vrouwen met financiële problemen te identificeren die ook toegang hadden tot kinderen, aldus het Amerikaanse ministerie van Justitie (DOJ). Hij bood de vrouwen vervolgens geld in ruil voor seksueel getinte foto's van de kinderen.
Johnson overtuigde drie vrouwen ervan hem foto's te sturen van baby's en jonge kinderen die seksueel werden misbruikt. De gerechtelijke autoriteiten beschuldigden de vrouwen als zijn medesamenzweerders. Alle drie de vrouwen zijn aangeklaagd voor samenzwering om kinderporno te produceren, aldus het Openbaar Ministerie. Een jury veroordeelde Johnson voor drie aanklachten wegens samenzwering om kinderporno te produceren, één aanklacht wegens distributie van kinderporno en één aanklacht wegens het in bezit hebben van een vuurwapen. Hem hangt nu een mogelijke gevangenisstraf boven het hoofd variërend van 25 tot 180 jaar. De hoorzitting staat gepland voor 17 december.
"De uitbreiding van het internet heeft geleid tot een explosie in de markt voor kinderporno," zei het DOJ in een rapport uit 2016 aan het Congres.
Maar hoewel de kwestie een wereldwijd probleem is, blijft de VS een van 's werelds grootste producenten en consumenten van inhoud voor seksueel misbruik van kinderen, volgens Thorn, een bedrijf dat zich toelegt op het gebruik van technologie om dergelijke inhoud te bestrijden.
Het National Center for Missing & Exploited Children (NCMEC) bekijkt jaarlijks meer dan 25 miljoen beelden van vermeend seksueel misbruik van kinderen - 480.769 beelden per week. Een toenemend aantal beelden van seksueel misbruik van kinderen vindt plaats via live-streaming, waarbij consumenten betalen om te zien hoe een kind live en in real time wordt misbruikt. "Dit soort misbruik is ongelooflijk moeilijk op te sporen, omdat het in real time gebeurt en er na het misdrijf geen digitaal bewijsmateriaal wordt achtergelaten", aldus een rapport van Thorn uit 2020.
