Afgelopen april, toen een groot deel van de staat was afgesloten in verband met de COVID-19-pandemie, daalde het aantal telefoontjes naar het meldpunt voor kindermishandeling in Arkansas aanzienlijk.
Leraren - de groep die het vaakst vermoedelijke mishandeling opmerkt en meldt - waren overgestapt op virtuele klaslokalen en hadden minder contact met leerlingen.
Dan Mack, beheerder van de hotline voor misdaden tegen kinderen van de Arkansas State Police, zei dat er in april bijna 3.000 minder telefoontjes waren dan normaal, maar dat is de laatste maanden veranderd.
"Scholen zijn opengegaan, dus meer virtuele studenten gaan nu persoonlijk naar school, vooral na de afgelopen kerstvakantie. Dus we zien een soort gestage toename," zei Mack. De hotline ontving bijna 10.000 minder oproepen in 2020 in vergelijking met het jaar ervoor, zei hij, ondanks het ontvangen van meer oproepen dan gebruikelijk in januari en februari van vorig jaar.
Oproepen worden via de hotline doorgestuurd voordat ze worden toegewezen aan het Department of Human Services (DHS) of de staatspolitie van Arkansas, afhankelijk van de ernst en de urgentie van de situatie. Zoals deskundigen vreesden, betekende een daling van het aantal oproepen niet dat het misbruik afnam, maar alleen dat er minder meldingen werden gedaan.
Children's Advocacy Centers of Arkansas heeft 17 locaties in de staat die een scala aan ondersteuning bieden, zoals medische onderzoeken of therapie, voor mishandelde kinderen en hun verzorgers. Elizabeth Pulley, de uitvoerend directeur van de organisatie, zei dat het aantal persoonlijke bezoeken toenam terwijl het aantal telefoontjes afnam. In totaal hebben de centra in 2020 ongeveer 10.000 kinderen geholpen.
Children's Advocacy Centers geven ook trainingen om mensen, zoals leraren, te helpen mogelijk misbruiksituaties te herkennen. Toen scholen virtueel werden, zo zei Pulley, zochten de centra naar extra middelen en partners. Bezorgdiensten werden een potentiële bondgenoot.
Pulley zei: "Als het ging om FedEx of UPS of voedselleveringen, dan gingen die nog steeds naar de huizen van de mensen. Zijn ze op de hoogte? Wat zijn de tekenen? Hebben ze iets vreemds gezien? En gewoon echt kijken naar verschillende manieren om onze voet tussen de deur te krijgen om te praten over kindermishandeling, hoe de hotline te gebruiken."
Deze nieuwe partnerschappen hebben mogelijk bijgedragen aan een verandering in het soort mensen dat misbruik meldt.
"We zagen een toename van telefoontjes van bezorgers of personeel dat servicebezoeken aflegde," zei Mack. "Misschien waren ze een kabelaanbieder, of misschien waren ze een loodgieter, of een onderhoudspersoon in een appartementencomplex."
Karen Farst, een kinderarts die gespecialiseerd is in kindermishandeling in het Arkansas Children's Hospital, zei dat het aantal kinderen dat voor mishandeling in het ziekenhuis wordt gezien vorig jaar niet is gedaald. Ze zei dat er zelfs kleine toenames waren in sommige soorten mishandeling.
"Het andere ding dat we op korte termijn hebben gezien, dat we vooruit moeten blijven volgen, [is] de ernst van de gevallen over het kalenderjaar 2020 was hoger dan de ernst van de gevallen voor het kalenderjaar 2019," zei Farst. Kinderen werden opgenomen met ernstiger of meer wonden.
Naarmate meer van de staat wordt gevaccineerd en de pandemische beperkingen worden versoepeld, zullen de meldingen van mishandeling naar verwachting blijven stijgen. Farst zegt dat ondersteunende organisaties zoals DHS zich zullen richten op het verbeteren van de omstandigheden voor gezinnen om herhaald misbruik te voorkomen.
"Ik denk dat veel mensen denken dat wanneer DHS de voogdij over een kind neemt, dat dat het dan zo'n beetje is, en dat de familie het kind kwijt is. Maar er gaat eigenlijk heel veel werk in een zaak als een kind in hechtenis komt om te proberen de gezinssituatie te verbeteren, dingen te versterken, en te proberen dat gezin weer bij elkaar te krijgen, omdat we weten dat kinderen het op de lange termijn beter doen als ze veilig bij hun familie kunnen zijn," zei Farst.
Ze gaf ook drie suggesties voor degenen die willen helpen. Ten eerste, meld vermoedelijk misbruik. Dat kan anoniem. Ten tweede, steun gestreste gezinnen door vrijwilligerswerk te doen bij voedselbanken, of als mentor bij organisaties als Big Brothers Big Sisters, of door bij te dragen aan opvanghuizen voor huiselijk geweld.
"Ten slotte," zei Farst, "is het een beetje een grote stap, maar het kan het grootste verschil maken om een pleeg- of adoptieouder te zijn. Ze noemde Project Zero en Walk for the Waiting als twee staatsorganisaties die je zou kunnen steunen.
Sinds 1983 is april National Child Abuse Prevention Month. Arkansans die vermoeden dat een kind wordt misbruikt, kunnen bellen met de hotline van de staat op 1-800-482-5964 of 1-844-728-3224.
