Slachtoffers en overlevenden van seksueel misbruik van kinderen worden vaak beschuldigd van liegen wanneer zij proberen het misbruik bij de politie aan te geven, zo blijkt uit een rapport van het onafhankelijke onderzoek naar seksueel misbruik van kinderen in Engeland en Wales.
Het onderzoeksteam sprak met 56 slachtoffers en overlevenden van seksueel misbruik van kinderen tussen 11 en 21 jaar, en slechts "een klein aantal" zei tevreden te zijn met de politieprocedure.
In het rapport Engagement met kinderen en jongeren, dat donderdag is gepubliceerd, staat: "Veel jonge slachtoffers en overlevenden vertelden ons dat ze waren beschuldigd van liegen en ... een politieagent noemde een jong meisje een 'kreng'. Sommige jonge slachtoffers en nabestaanden vertelden ons dat de politie hun zorgen over privacy en vertrouwelijkheid niet correct had behandeld. Wij hoorden dat dit kan leiden tot vergelding door mensen die banden hebben met de misbruiker. Wij hebben voorbeelden gehoord van geüniformeerde politie die kinderen op hun basisschool en thuis bezocht zonder voorafgaande waarschuwing".
Het team sprak alleen met slachtoffers en overlevenden die hun misbruik bij de politie hadden aangegeven.
De meesten zeiden dat er in hun zaak geen veroordeling of vervolging was geweest, waardoor ze zich afvroegen waarom ze het traumatische proces hadden doorgemaakt. Een jong slachtoffer en overlevende zei: "Nu heb ik er spijt van dat ik naar de politie ben gegaan. Als ik iemand advies zou moeten geven, zou ik zeggen: zoek hulp maar doe geen aangifte".
Sommige hulpverleners bij seksueel misbruik van kinderen vertelden het onderzoek echter dat slachtoffers en overlevenden de politie soms ten onrechte de schuld gaven van vertragingen en niet-veroordelingen, waarop zij geen invloed hadden. Velen zeiden dat de politie goed werk heeft verricht, gezien de middelen waarover zij beschikken. Voor het verslag zijn 77 hulpverleners geïnterviewd.
Er waren ook klachten dat zij tijdens de hele politieprocedure niet werden geïnformeerd, waardoor slachtoffers en overlevenden zich machteloos voelden en het verhoor traumatisch was. Het rapport bekritiseert ook dat scholen niet genoeg doen om seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen te herkennen en erop te reageren. In een Ofsted-rapport van juni dit jaar werd vastgesteld dat seksuele intimidatie en online seksueel misbruik een routine onderdeel waren van het dagelijks leven van schoolkinderen en dat leraren de omvang van het probleem "consequent onderschatten".
Veel slachtoffers en overlevenden klaagden over ongevoeligheid, en een van hen zei dat een leraar hen halverwege de onthulling tegenhield en zei: "Vertel het me niet, want dan moet ik het nog eens overdoen". Een ander had het kind liever naar Childline verwezen dan het gesprek aan te gaan.
Een leerling meldde een ervaring met misbruik door leeftijdsgenoten aan een directeur, die de informatie deelde met de ouders van de dader voordat er aangifte werd gedaan. De student zei dat het ernstige gevolgen had voor het onderzoek. Ze zeiden ook dat de dader dezelfde klassen bleef volgen als zij, wat "zeer traumatisch" was.
Uit het verslag bleek ook dat het onderwijs over relaties en seks op scholen grotendeels ontoereikend was en dat sommige kinderen geen les over deze onderwerpen kregen, wat een echo is van het Ofsted-verslag.
Deputy Chief Constable Ian Critchley, leider van de National Police Chiefs' Council for Child Protection, zei: "Hoewel het zeer verontrustend is om te horen dat sommige jonge slachtoffers en overlevenden van seksueel kindermisbruik zijn beschuldigd van liegen wanneer zij aangifte doen bij de politie, weet ik dat we in het hele land professionele en toegewijde medewerkers hebben die slachtoffers met mededogen en respect behandelen en beschuldigingen van kindermisbruik serieus nemen.
"We zullen de standpunten van de jongeren in dit verslag zeer serieus nemen en ze gebruiken om de manier waarop we met onze partners samenwerken om kinderen te beschermen verder te verbeteren."
