Het Hooggerechtshof heeft maandag de veroordeling bevestigd van Felipe Vazquez, voormalig speler van de Pittsburgh Pirates, die bijna twee jaar geleden werd veroordeeld wegens seksueel misbruik van een minderjarige.
Vazquez, 31, zit een gevangenisstraf van 2 tot 4 jaar uit in de Camp Hill State Correctional Institution nadat een jury hem had veroordeeld voor 15 aanklachten, waaronder aanranding, onwettig contact met een minderjarige, aanranding van een minderjarige en seksueel misbruik van een minderjarige.
Vazquez vocht zijn veroordeling in het Superior Court aan op vier gronden, waaronder dat het vonnis tegen het gewicht van het bewijs was en dat er onvoldoende bewijs van de aanklager was om zijn verweer van leeftijdsverwisseling te weerleggen.
Het hof veroordeelde Vazquez op elk van deze gronden.
Het voerde ook aan dat de rechter in de zaak, Westmoreland County Common Pleas Judge Scott Mears, een fout maakte door het openbaar ministerie toe te staan Vazquez te vragen de jury te demonstreren hoe het slachtoffer in de zaak liep.
Die kwestie was het onderwerp van een pleidooi in december voor een panel van drie rechters van het Pennsylvania Superior Court.
Tijdens het proces vroeg assistent openbare aanklager Jim Lazar aan Vazquez om tijdens een kruisverhoor te laten zien hoe het slachtoffer liep.
Vazquez maakte bezwaar tegen het verzoek, maar toen de rechter vroeg of hij bezwaar had, antwoordde zijn advocaat: "Hoeveel meer moet de jury nog horen? Ik denk dat we allemaal gerechtelijke kennisgeving kunnen doen.
Later zei hij: "Als Mr Lazar erop staat dat Mr Vazquez als een vrouw loopt, kan Mr Vazquez zijn beste imitatie doen van een vrouw die hij kent."
De advocaat van Vazquez, Jon Pushinsky, vertelde de rechtbank dat het dwingen van zijn cliënt om te demonstreren hoe een vrouw loopt - door met zijn heupen te wiebelen - vernederend was voor zijn cliënt, een zwarte Venezolaan van 1,85 meter.
In zijn brief schreef Pushinsky dat de demonstratie "een vernederende en emasculerende genderoverschrijdende voorstelling was (die) tot gevolg had dat fundamentele raciale stereotypen werden opgeroepen die de perceptie van de jury over Vazquez en het tijdens het proces gepresenteerde bewijsmateriaal beïnvloedden".
Tijdens het pleidooi zei Pushinsky dat "zwarte mannen belachelijk maken voor een blank publiek" erop neerkwam dat Vazquez er als een "hansworst" uitzag.
In de 63 pagina's tellende opinie zei het Hooggerechtshof dat Vazquez' procesadvocaat niet formeel bezwaar maakte tegen de walkout, en omdat hij dat deed, werd er afstand gedaan van de kwestie.
"De rechtbank, bij de behandeling van de bewijsvoering van de rekwirant in zijn ... advies, vond dat de kwestie werd afgewezen omdat "de raadsman, die uitdrukkelijk werd gevraagd of hij bezwaar wilde maken, dit weigerde", schreef het hof van beroep. "Wij zijn het daarmee eens."
Het hof was het niet eens met Pushinsky's argument dat de opmerkingen van de raadsman een "de facto bezwaar" waren.
"Een concessie dat het bewijs toelaatbaar is, is onvoldoende om de kwestie te bewaren voor toetsing in hoger beroep," schreef het hof. "Bovendien bevatte de dialoog van de raadsman over het verzoek van het Gemenebest geen verzoek om een nietigverklaring, een corrigerende instructie of een motie."
De Superior Court rechters zeiden in hun advies dat het verzuim van Vazquez's raadsman om het dossier te bewaren "aanleiding kan geven tot een claim van ineffectieve bijstand van de raadsman," die door de verdachte kan worden opgeworpen in de volgende fase van zijn beroep.
"Een dergelijke claim is echter niet aan de orde in deze zaak, en we kunnen er niet op ingaan," schreven ze.
